Inleiding
De Poelaert Stichting werd in 2011 opgericht door de Balie van Brussel, onder het stafhoudersschap van Dirk Van Gerven en Jean-Pierre Buyle (Nederlandse Orde en Franse Orde), om een heropwaardering van het Gerechtsgebouw te bepleiten in het vooruitzicht van de inrichting van een moderne justitie op een Poelaert Campus gevestigd op en rond het Poelaertplein. Het bestuur van de Poelaert Stichting bestaat uit gewezen ministers, stafhouders, magistraten, kunstenaars, architecten en andere
prominenten.
Op dit ogenblik bestaat de Poelaert Campus uit een reeks van gebouwen die zich rond het Poelaertplein situeren. Benevens het Gerechtsgebouw, zijn dat het Montesquieu gebouw, het Themis gebouw, het Portalis gebouw, en La Régence. De inrichting van deze gebouwen gebeurde in functie van de noodwendigheden van de afgelopen decennia, zonder dat een duidelijk plan van aanpak met toekomstvisie hieraan ten grondslag lag; een doordacht plan ontbreekt vandaag nog steeds.
Sommige gerechtelijke diensten bevinden zich bovendien in gebouwen elders in de stad en daardoor moeilijk bereikbaar voor de rechtsonderhorigen (en ook voor de advocaten). Dit is het geval voor het handelsregister en het register van de rechtspersonen (vennootschappen en verenigingen) die zich in een gebouw aan de Britse Tweedelegerlaan 148 te Vorst bevinden. Het Bureau van Juridische Bijstand, Telebalie en de Commissie Juridische Bijstand (die instaat voor de eerste lijnsbijstand) zijn in een veel te klein gebouw aan de Regentschapsstraat gevestigd. Elke dag schuiven aldaar drommen mensen die juridisch advies nodig
hebben in te smalle gangen en te kleine lokalen aan. Ook deze diensten kunnen naar het Gerechtsgebouw worden overgebracht. Daar is er veel meer plaats en kunnen de advocaten met de rechtzoekenden plaats nemen in de grote wandelzaal van het Gerechtsgebouw als er onvoldoende plaats is in de kantoorruimten die aan de juridische bijstand in het Gerechtsgebouw worden toebedeeld. De grote wandelzaal is overigens een aangewezen plek voor vertrouwelijk overleg tussen advocaten en hun cliënten.
Het Gerechtsgebouwzelf is verwaarloosd door decennialang wanbeheer waarbij tot kort geen enkeleherstelling werd uitgevoerd, met uitzondering van noodherstellingen. Sinds kortwordt onder toezicht van de Regie der Gebouwen bepaalde herstellingswerkendoorgevoerd en enkele gangen en lokalen opgekuist. Het gebouw blijft echteronvoldoende beschermd tegen waterschade, leidingen zijn defect. Brandblusapparatendie verplicht zijn, ontbreken nog steeds. Het sanitair is op verschillende plaatsenverouderd. Brandblusapparaten die verplicht zijn, ontbreken nog steeds. Hetpersoneel, de magistraten, het griffiepersoneel, het veiligheidspersoneel en deadvocaten moeten in het Gerechtsgebouw dag in dag uit in moeilijke omstandighedenwerken.
Deze betreurenswaardige toestand heeft enige jarengeleden de internationale aandacht getrokken. Het Gerechtsgebouw werd op delijst van de 50 meest risicovolle wereldsites van het World Monuments Fund op de lijstvan de 14 meest bedreigde monumenten in Europa van Europa Nostra opgenomen, met alsopdracht aan de overheid om dit gebouw niet verder te laten verkommeren. Het isvan primordiaal belang om herstellingen, restauratie- en renovatiewerken uit tevoeren omdat dag in dag uit talrijke mensen in dit gebouw moeten werken, en nogveel meer mensen dit gebouw dagelijks betreden in de hoop een oplossing tevinden voor hun juridische en gerechtelijke moeilijkheden, maar ook om alstoerist het gebouw te bezoeken.
Ondertussen werd eenaanvang genomen met de herstelling van de gevels, en zou deze herstellingvolledig moeten zijn afgerond tegen 2030 (ter gelegenheid van de viering vanhet tweehonderd jaar bestaan van België).
Ook werden de eerstestappen ondernomen om de binnenkant te renoveren en te restaureren. Hetjarenlange lobbywerk van het Poelaert Stichting is hier niet vreemd aan.
Het Gerechtsgebouw is een belangrijke schakel in ons justitieel systeem en een trekpleister voor cultureel toerisme.
Nood aan een visie
Er is nood aan visie. Een democratische rechtstaat en een moderne economie kunnen niet werken zonder een behoorlijk werkende justitie. Dit is een justitie die op een moderne wijze is georganiseerd en over de modernste infrastructuur en technologieën beschikt zodat snel goede beslissingen kunnen worden genomen. De grote vooruitgang in de technologie en de wetenschap laten toe om justitie op een veel meer efficiënte manier te organiseren. Het besef in het rechtsdenken dat geschillen ook door bemiddeling kunnen worden opgelost verbreedt en verschuift justitie naar een minder conflictueel model.
De inplanting, de bouw en de functionaliteit van het Gerechtsgebouw dat in 1883 werd ingehuldigd, was destijds ook bedoeld om een moderne justitie mogelijk te maken. Het werd daartoe gebouwd op een as die loopt van het parlement, waar de wetten worden gestemd, over het koninklijk paleis, het hoofd van de regering dat de wetten uitvoert en toepast, en doorloopt over het Koningsplein door de Regentschapsstraat naar het Gerechtsgebouw dat borg staat voor een correcte toepassing en eerbiediging van deze wetten.
Dit is eveneens een prachtige cultureel-toeristische as, die in het verlengde ligt van de Grote Markt en de Coudenberg, en de verbinding met de Louizalaan en het Terkamerenbos maakt. Het Gerechtsgebouw zou benevens als justitieel hoofdgebouw ook als museum kunnen dienst doen (met een prachtig panorama op de stad).
Een visie is een zicht vooruit, naar een moderne op de maat van iedere mens gesneden justitie voor de komende 50 à 100 jaar. Een beleidsplan moet worden uitgetekend waarin een moderne justitie wordt uitgebouwd dat een toonbeeld is voor Europa. Een justitie dat met de modernste technieken oplossingen biedt aan de Brusselse en Belgische rechtsonderhorigen, en dat bemiddeling als middel tot minnelijke regeling van geschillen voorop stelt. België zou daarbij de rol van toonbeeld voor een moderne justitie en voortrekker in de mensenrechten naar een betere maatschappij voor ieder kunnen opnemen (zoals het reeds
bij haar onafhankelijkheid twee eeuwen geleden deed).
Deze notitie wil een voorstel doen om deze visie te verwezenlijken en uit te rollen. Daarbij gelden vier uitgangspunten.
1. De toekomst van justitie in Brussel heeft alle baat bij een concentratie van alle Brusselse rechtscolleges en andere justitiële diensten op één en dezelfde site waar de rechtsonderhorige gemakkelijk een oplossing kan vinden voor zijn juridische problemen.
2. Een goede en moderne justitie veronderstelt dat de infrastructuur waarin deze diensten worden aangeboden op een professionele wijze wordt beheerd. Alleen dan kunnen belangrijke besparingen op termijn worden verwezenlijkt en tegelijkertijd de infrastructuur aan de zich steeds wijzigende noden van de tijd en de toekomstige evolutie van justitie worden aangepast.
3. Een moderne justitie houdt rekening met bemiddeling als eerste manier om geschillen op te lossen.
4. De Poelaert Campus en het Gerechtsgebouw moeten in Brussel als hoofdstad van Europa en cultureel-toeristische trekpleister ingepast worden.
Het moet zodanig worden opgevat dat het ook tal van opportuniteiten voor België creëert:
1. Moderne rechtsbedeling voor alle Belgen, met de modernste technieken, opgebouwd rond bemiddeling en snelrecht, en gemakkelijk toegankelijk.
2. Technologisch hoogstaande justitie dat kennis en technologiëen naar Brussel brengt.
3. Cultureel-toeristische trekpleister.
4. Inkomstengenererend: in functie van bepaalde diensten.
5. Ideale campus voor toekomstige Europese justitiële diensten en gerechtelijke organisatie.
Centralisering van de justitiële diensten op de Poelaert Campus
De centralisering van alle justitiële diensten in Brussel op de Poelaert Campus, rondom het Poelaertplein, heeft een aantal niet te miskennen voordelen:
1. De rechtsonderhorige heeft één aanspreekpunt en contact voor zijn juridische problemen.
2.Het laat een beter een meer efficiënte coördinatie toe van de justitiële diensten(onder een centraal beheer).
3. Financieel rendabele diensten kunnen het beheer van de Poelaert Campus mee ondersteunen.
4. Het laat toe ten volle de beschikbare ruimtes in het Gerechtsgebouw dat eigendom is van de Staat te benutten, tegen een minimale kost, want het gebouw moet niet worden gehuurd; elders worden hoge huurkosten uitgespaard.
5. Het laat toe om technologische vernieuwingen uit te bouwen waarin justitie op afstand (via internet) mogelijk wordt.
Op die manier kunnen trouwens de justitiële diensten beter beschermd worden. De veiligheid rond de Poelaert Campus moet op gecentraliseerde wijze worden aangestuurd door één veiligheidsdienst die belast is met de veiligheid van alle gebouwen. Bij de renovatie van het Gerechtsgebouw moet worden nagedacht over een identiek veiligheidssysteem voor alle gebouwen rond de Poelaert Campus. Met een badgesysteem wordt de toegang tot bepaalde verdiepingen en delen van de gebouwen aan bevoegde personen voorbehouden.
Voorstel van herinrichting van de Poelaert Campus uitgaande van een visie gericht op de toekomst
Visie: een moderne op de maat van iedere persoon gesneden justitie voor de komende 50 à 100 jaar. Om dit mogelijk te maken met een minimale kost, worden alle justitiële diensten in de Poelaert Campus ondergebracht onder toezicht van een centraal beheer dat in handen wordt gegeven van professionelen die nauw met de korpsoversten samenwerken.
Concreet:
1. Het Gerechtsgebouw wordt terug aan de gemeenschap gegeven: handels- en rechtspersonenregister (KBO), de politierechtbank en het vredegerecht van het derde kanton, en de juridische bijstand (incl. het Huis van Justitie) worden aldaar ondergebracht (naast het Hof van Cassatie, de balie en bepaalde andere rechtbanken en juridische diensten). Tevens wordt er een centraal informatiecentrum ingeplant dat de nodige informatie kan verschaffen over alle gebouwen, maar waar ook via computer informatie kan worden ingewonnen, b.v. over waar een concrete zaak wordt behandeld.
2. Het Hof van Beroep krijgt een eigen gebouw.
3. De Correctionele Rechtbank verhuist (op termijn) naar Montesquieu dat aangepast wordt voor ontvangst van personen in voorlopige hechtenis.
4. De burgerlijke rechtbank van eerste aanleg verhuist naar het Gerechtsgebouw of een ander gebouw op de Poelaert Campus.
5. Er wordt plaats gemaakt op de Poelaert Campus voor bemiddeling, en zalen ingericht (tegen betaling) voor arbitrage (naar het voorbeeld van Parijs, Hong Kong en Singapore): als Brussel hierin koploper wordt kan ze betalende diensten aantrekken. België kan uitgroeien tot een neutrale plaats waar internationale bedrijven, instellingen en landen geschillen willen oplossen via bemiddeling of arbitrage.
6. In het Gerechtsgebouw kan eveneens een museum worden ondergebracht dat bijkomende inkomsten kan opleveren.
7. Het Gerechtsgebouw wordt zodanig gerenoveerd dat, in samenspraak met het museum, 's avonds events worden georganiseerd. Naar het voorbeeld van de Royal Courts of London, kunnen de grote wandelzaal en bepaalde andere lokalen op de benedenverdieping worden verhuurd (tegen betaling) aan private partijen die er sociale events organiseren. Dit vereist dat de toegang tot de justitiële diensten kan worden afgesloten (met een systeem van elektronische toegangskaarten).
8. Om dit mogelijk te maken is een voorstudie (aan een lage kostprijs) vereist van de renovatiemogelijkheden van het Gerechtsgebouw waarin wordt bepaald (1) de kostprijs van de renovatie; (2) wat kan worden ondergebracht in het Gerechtsgebouw; en (3) de tijd nodig om de renovatie door te voeren.
Een programmatisch en architecturaal-ruimtelijk masterplan voor de Campus Poelaert
1. De ontwikkeling van een globale visie en een geïntegreerde aanpak van de Campus Poelaert in relatie tot het stedenbouwkundig, ruimtelijk-architecturaal en symbolisch imago van het Gerechtsgebouw.
2. Een programmatische heroriëntering, en (her)verdeling van de gerechtsdiensten en de daartoe geëigende (her)lokalisering binnen de huidige oppervlakten van de Campus Poelaert, zorgt voor een efficiënt gebruikscomfort als performant instrument voor alle gerechtelijke functies.
3. Het architecturaal-ruimtelijk, bouwfysisch en bouwtechnisch beheer van het Gerechtsgebouw omvat alle noodzakelijke en gefaseerde ingrepen, een inhaaloperatie in het kader van een dagelijks en periodiek onderhoud met aansluitende interventieplanning, de ontmanteling van storende verbouwingen, de dringende herstellingswerken, de bouwfysische en bouwtechnische renovatiewerken en de restauratie van het exterieur en het interieur.
4. Het ontwikkelen van een programma van cultureel-museale en cultureel-toeristische nevenfuncties, aansluitend bij de intrinsieke museale uitstraling van het Gerechtsgebouw.
5. De ontwikkeling van een meerjarenplanning en een tijdskader waarbinnen een weloverwogen fasering van de verschillende onderdelen van het masterplan opgestart kunnen worden en zullen evolueren.
Download hier de PDF: "Beleidsprincipes voor een masterplan voor de campus Poelaert.pdf"
Raad van bestuur van de Stichting bestaat uit
Jean-Pierre Buyle
Jean De Codt
Bart De Moor
Paul Dujardin
Isabelle Ekierman
Benoit Frydman
Jan Grauls
Christine Roger
François Schuiten
Christian Vandewal
Dirk Van Gerven
Gewezen bestuurders
Jos Chabert
Jean-Pierre De Bandt
Peter De Caluwé
Michel Didisheim
Diane Hennebert
Ernest Krings
Christine Matray
Hugo Weckx
Architecten-adviseurs
Francis Metzger
Jos Vandenbreeden